We beleven een bijzondere tijd. Een tijd waarin we zoveel mogelijk thuis blijven. Tijden waarin we vaststellen dat we in dezelfde storm zitten maar niet in hetzelfde schuitje. Waarin groepen mensen uit goede bedoelingen maar zonder overleg als kwetsbaar bestempeld worden en in isolement zitten. Waar de angst voor de dood zichtbaar wordt.

Waarin sommige ondernemers zich geen raad weten en andere floreren of gesteund worden. Tijden waarin leiderschap gevraagd en getoond wordt maar soms ook schrijnend ontbreekt. Waar de term “anderhalve meter samenleving” als norm om zich heen grijpt zonder al te kritisch bevraagd te worden. Waarin innovaties worden gepresenteerd in de hoop dat we niet terug gaan naar waar we gebleven waren voor de uitbraak van het virus, maar de kansen voor een beter sociaal, ecologisch en economisch evenwicht benutten.

Waar vragen opkomen hoe de snel ingeleverde vrijheid weer teruggegeven gaat worden. Waarin velen van ons zich zorgen maken over de fysieke en psychische gezondheid van familie en vrienden. Waarin mensen afscheid hebben moeten nemen. Waarin we om leren gaan met de stress in huis en hoofd die gepaard gaat met de beperking van bewegingsruimte.

Voor mij persoonlijk (Olga) is het een tijd waarin veel werk wegvalt omdat ontmoetingen in kleine groepen niet zijn toegestaan en live dialogen en leiderschapstrainingen vervallen. Het eerste gevoel dat dat veel tijd en ruimte zou opleveren werd ingehaald door een geheel nieuwe realiteit van online werken via ZOOM, huiswerkbegeleiding en zeer regelmatig contact met familie en vrienden om te checken hoe het met iedereen gaat.

Het online werken en zoomen bevalt me steeds beter nu ik begrijp dat het vermoeiend is om lang naar een scherm met mensen te kijken, dat je daarom veel pauzes moet inlassen en dat je niet aan elk overleg deel hoeft te nemen. Ik leer dat ik ook nu mijn privéruimte mag afschermen om niet overprikkeld te raken. Daarnaast word ik me in de stilte steeds bewuster van de innerlijke stemmen. Eentje blijft zeggen dat het goed is om “de tijd nuttig te besteden”. Doe ik wel alle klusjes die ik zou kunnen doen? Moet ik niet iets heel nieuws ontwikkelen? Draag ik wel voldoende bij aan verbinding in deze tijd?

Ik beweeg heen er weer tussen het genieten van de verstilling en het intens beleven van deze bijzondere tijd en de drang iets te “moeten”. De balans lijkt te liggen in het hier en daar volgen van een cursus, online internationale dialoog en het doorontwikkelen van trainingsaanbod waar we al mee bezig waren. Wat een zegen om te voelen dat ik mijn werk mis en dus doe waar ik in geloof en niet alles over een ander boeg hoef te gooien.

Er verschijnen mooie reflectieve artikelen over hollen, stilstaan en de psychische behoefte van de mens. Een aantal die me aanspreken op een rij voor wie nog wat tijd over heeft:

Over de fases die een mens doorloopt in een tijd van crisis:

Over de natuurlijke behoefte van de mens aan stilte:

Hoe om te gaan met stress door Corona: