Project omschrijving
Hoe integreer ik de dialoog in mijn onderwijs? Met deze vraag ontwikkelde ik begin dit jaar een lessenreeks voor de eerstejaars mbo-studenten Financiën en Recht aan het Koning Willem 1 College in Den Bosch. Als docent Nederlands en Burgerschap en mentor/coach zag ik verschillende mogelijkheden om dialoog op te nemen in het onderwijsprogramma: bij de loopbaan/coachlessen, bij burgerschap en bij Nederlands.
Om praktische redenen besloot ik om een lessenreeks te maken voor het vak burgerschap in het kader van de sociaal-maatschappelijke dimensie, die gaat over leven en werken in een multiculturele samenleving. De lessen startten in de week tegen pesten. Ik noemde de reeks Goede en veilige (werk)sfeer en wilde de eerstejaars studenten in groepjes in gesprek laten gaan over hoe zij samen voor zo’n goede sfeer kunnen zorgen waarin niet gepest zou worden. De dialoog leek mij een goede gespreksvorm om deze vraag samen te onderzoeken.
Voor de meeste leerlingen was het de eerste kennismaking met de dialoog als gespreksvorm. En ze kenden elkaar ook nog niet heel goed. Dat was dus best spannend. En ook voor de docenten was de dialoogmethodiek nieuw. Bovendien was er beperkte tijd (een uur) en ruimte (een klaslokaal) om in dialoog te gaan.
Ondanks deze verre van ideale omstandigheden, ontstonden er toch bijzondere gesprekken en ontpopten sommige leerlingen zich tot goede luisteraars of gespreksleiders. Ik had de basisprincipes toegelicht en een eenvoudig gesprekskompas gemaakt, dat ze in groepjes van 4 of 5 volgden.
Het delen van ervaringen verliep wat stroef, maar als er eentje iets durfde te vertellen over zijn of haar ervaringen met (on)veiligheid op school, volgden anderen meestal ook wel. Deze studenten waren achteraf allemaal heel positief over de dialoog, omdat ze elkaar beter hadden leren kennen. En dit droeg bij aan een betere sfeer.
Er waren echter ook groepjes die heel weinig ervaringen hebben gedeeld en snel overgingen op het opstellen van gedragsregels. Dat was lekker concreet. Soms hielp het als de docent zo’n groepje wat extra vragen stelde, maar daarmee werd de veiligheid niet echt groter.
Dat was ook de belangrijkste les uit dit experiment: er is veiligheid nodig om met elkaar in gesprek te kunnen gaan over (on)veiligheid. Eigenlijk vormde de dialoogopdracht een geweldige lakmoesproef voor de veiligheid in de klas. In enkele klassen werd heel zichtbaar dat de sfeer nog niet voldoende veiligheid bood voor een open en gelijkwaardig gesprek tussen de studenten. Dit vormde aanleiding voor de mentoren om uit te zoeken wat de oorzaken voor die onveilige sfeer waren en dit aan te pakken.
Wat een echte verdiepende dialoog is, hebben de studenten nog niet kunnen ervaren, maar ze hebben wel kennisgemaakt met voorwaarden en afspraken die nodig zijn voor een goed gesprek. En de docenten werden zich bewust van de (on)veiligheid in sommige klassen en maakten zelf ook kennis met de dialoog. Ze zagen in dat de dialoog heel goed past bij het onderzoekende en gelijkwaardige onderwijs dat de afdeling wil bieden. Daar zijn we nog niet, maar de eerste stappen naar dialogischer lessen is gezet en smaakt naar meer.